In 2011 werd de Code Diversiteit en Inclusie geïntroduceerd door de culturele sector en gesteund door het ministerie van OCW, om representatie en toegankelijkheid te bevorderen. Deze code wordt steeds vaker als subsidievoorwaarde gesteld. Ook de Utrechtse Cultuurnota 2025-2028 'Kleur bekennen' streeft naar een inclusieve cultuursector.
Kansengelijkheid speelt een cruciale rol in diversiteit en inclusie. De steun en middelen die ouders beschikbaar hebben voor hun kinderen spelen een belangrijke rol in cultuurdeelname- en bezoek tijdens hun jeugd. Onderzoek toont aan dat kunst waarnemingsvermogen en verbeelding stimuleert en bijdraagt aan sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarom is het essentieel dat alle kinderen toegang hebben tot kunst en cultuur. Het afstudeeronderzoek richt zich op de culturele diversiteit van het jeugdtheaterpubliek.
Sinds oktober werkt Podium Sprits, een jeugdtheater in Utrecht, mee aan dit onderzoek. Podium Sprits wil toegankelijk zijn voor alle gezinnen in de wijk. Directeur Matthia Jansen benadrukt dat theaterbezoek verschillende vaardigheden bevordert en gunt dit alle gezinnen. Podium Sprits is afhankelijk van subsidies die diversiteit belangrijk vinden, wat hen ook een impuls geeft om actief met diversiteit bezig te zijn.
Podium Sprits zet in op culturele diversiteit van makers en samenwerking met diverse scholen. Toch kan het aantrekken van een cultureel divers publiek beter.
Na onderzoek bleek dat de doelgroep (gezinnen met diverse culturele achtergronden die geen theater bezoeken) positieve associaties met theater heeft maar geen duidelijk geformuleerde wens rondom theaterbezoek. De doelgroep ervaart tevens een aantal drempels rondom theaterbezoek: 1) financiële drempel 2) theater zit niet in de leefwereld van de doelgroep (zij missen o.a. mond-tot-mondreclame en 3) angst voor bepaalde onderwerpen in de voorstelling, zoals seksualiteit. Een eerste theaterbezoek, waarin de doelgroep zich welkom voelt en geënthousiasmeerd wordt, is heel belangrijk in de kennismaking met theater.
De ontwerpvraag is: ‘Hoe kan Podium Sprits nieuwe bezoekers met diverse culturele achtergronden een positieve eerste theaterervaring geven en tegelijkertijd leren kennen?’
Dit leidde tot de 'Podium Sprits Wijkpraat': drie gezinnen uit de doelgroep bezoeken met een Podium Sprits-coördinator drie voorstellingen. Dit initiatief heeft vier doelen:
Een positieve kennismaking met theater.
Tijdelijk wegnemen van financiële drempels.
Laagdrempelige gesprekken over theaterervaringen.
Mond-tot-mondreclame via een stempelkaart.
De Wijkpraat stimuleert theaterbezoek en versterkt de band tussen Podium Sprits en de doelgroep.
De Wijkpraat draagt bij aan een diverser en inclusiever Podium Sprits en ondersteunt de beleidsdoelstellingen van de gemeente Utrecht. Dit initiatief kan in subsidieaanvragen van Podium Sprits worden vermeld, wat de kans op subsidies vergroot. Tijdens de testfase heeft de Wijkpraat al waarde gecreëerd door gezinnen uit de wijk naar het theater te brengen en interesse te wekken.
De Wijkpraat draagt bij aan een meer diverse theatersector door nieuwe groepen te bereiken en heeft een positieve impact op de wijk, de culturele sector en de samenleving
Artist statement
Wat mijn werk uniek maakt is dat ik er stapje voor stapje achter ben gekomen dat een belangrijke voorwaarde om als culturele instelling te diversifiëren, wezenlijke interesse in de ander is. Het werken aan diversiteit en inclusie is een houding die je je eigen kan maken: voortdurend je eigen waarden ter discussie stellen, luisteren naar de ander en nieuwsgierig zijn naar de ander.
Ik wil dit de grondtoon laten zijn in mijn ontwerpoplossing: de Podium Sprits Wijkpraat. Het draait hier om wederzijdse kennismaking.
Ambities
Over vijf jaar hoop ik programmeur of educatiemedewerker te zijn bij een Stadsschouwburg of een cultureel wijkcentrum. Of als mijn huidige werk bij de gemeente Utrecht, afdeling Culturele Zaken, me goed bevalt: doorstromen naar beleidsadviseur podiumkunsten. Waardoor ik de cultuursector in Utrecht een stukje mooier kan maken.
Geleerd tijdens de studie
Ik heb geleerd dat kunst niet zonder economie kan. En ik denk dat economie niet zonder kunst kan.
Bij mijn stage bij de gemeente heb ik geleerd dat het goed en belangrijk is dat er cultuurbeleid is, waardoor het publieke geld op een eerlijke manier over de cultuursector verdeeld wordt.
Ik heb geleerd dat kunst een afspiegeling van de maatschappij: wat er leeft in de maatschappij komt tot uiting in kunst. Het werkt heel erg op elkaar in.