Diversiteit en inclusiviteit

Interactie op school

The presenter has activated the presenter mode. Would you like to follow?
Follow presenter
You are following the presenter.
Stop following presenter
Als puber heb ik op twee middelbare scholen gezeten. Op mijn eerste school heb ik de eerste maanden in een oud, stoffig gebouw vlakbij huis les gehad, daarna verhuisde deze school naar een compleet nieuw gebouw. Het nieuwe gebouw introduceerde een nieuw onderwijsconcept, waarin de leraren zich van lokaal naar lokaal verplaatsten, terwijl wij, leerlingen, in onze ‘leerhuizen’ bleven. Deze leerhuizen waren te herkennen aan hun kleur. Ik zat in het rode leerhuis, waar ik VMBO-K deed. Alles, van de vloer tot de muren en stoelen, was rood. Havo was blauw, VWO was geel en TTO was turquoise.

Het feit dat ik ruim tien jaar later nog steeds kan benoemen welke kleuren er waren en bij welk onderwijsniveau ze hoorden, geeft aan hoeveel indruk dit op me heeft gemaakt. 

Het nieuwe en dwingende concept, met verplaatsende docenten en consistent kleurgebruik, zorgde ervoor dat de afzonderlijke kleuren meer dan het soort onderwijs gingen vertegenwoordigen. De kleuren kregen een label.
Mijn buurmeisje deed VWO en zat in het gele leerhuis, maar zij zocht nooit het rode leerhuis op en ik het gele niet. Rood had namelijk zo zijn mening over geel, en vice versa. “’In het rode leerhuis zitten alle domme mensen," zei ze dan.

En onlangs nog vroeg een jongen in de kroeg me zelfs: “Zat jij niet ook op die school? Welke kleur zat jij?” 

Het zal duidelijk zijn. Dit gebouw zorgde voor onwenselijke labels en verdeling en maakte de ervaring voor mij minder positief. Ik had een leuke tijd door mijn vriendinnen omdat het zo fijn dicht bij huis was. Ondanks dat moest ik na twee jaar deze school verlaten, omdat je er helaas maar twee jaar kaderonderwijs kon volgen. Ik moest op zoek naar mijn tweede middelbare school en koos een creatieve school waar ik het profiel Grafimedia volgde. Dit was een totaal andere school met een heel ander gebouw, een andere sfeer en een ander systeem. Het was een school die meer meebewoog met mij als leerling en vele malen vrijer was. Deze school bevond zich in hetzelfde gebouw als het MBO Grafisch Lyceum en op die manier kreeg ik al een kijkje in de toekomst. 

Het zijn deze ervaringen die mij hebben gevormd en die in mij een passie hebben aangewakkerd om te streven naar een betere toekomst voor onderwijs. Ik kan misschien niet veel veranderen aan het systeem zelf, maar ik kan wel onderzoeken waar de kansen liggen in de gebouwen om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. Op welke manier kan een gebouw van invloed zijn voor meer interactie tussen leerlingen en docenten onderling, op hoe welkom leerlingen zich voelen en hen het gevoel geven dat ze belangrijk zijn?

Artist statement

Als toekomstig interieurarchitect ben ik meer dan iemand die esthetiek verbetert. Mijn kracht ligt in grondig onderzoek: wat is de werkelijke vraag? Ik ontwerp vanuit het perspectief van de gebruiker en zorg ervoor dat de ontwerpen functioneel zijn voor hen. Als ontwerper kijk ik niet alleen naar het mooie plaatje, maar ook naar het praktische plaatje. Ik haal veel kracht uit het bedenken van sterke concepten die als basis dienen voor mijn ontwerpen. Bovendien ontwerp ik met oog voor maatschappelijke vraagstukken, waarbij ik streef naar duurzame en inclusieve oplossingen die een positieve impact hebben op de samenleving.

Ambities

Over vijf jaar hoop ik nog steeds evenveel plezier uit mijn vak te halen als nu. Daarnaast wil ik blijven groeien en mezelf verder ontwikkelen. Mijn ambitie is om tegen die tijd de officiële titel van interieurarchitect te hebben behaald.

Geleerd tijdens de studie

Afgelopen twee jaar heb ik veel geleerd, van onderzoeksmethodes en presenteerlessen tot inspirerende sprekers. Naast deze waardevolle lessen vind ik het vooral een verrijking dat ik nu begrijp dat interieurarchitectuur veel meer omvat dan ik dacht.