Zorg en welzijn

Hulp bij Seksuele Opvoeding

The presenter has activated the presenter mode. Would you like to follow?
Follow presenter
You are following the presenter.
Stop following presenter
Een goede seksuele opvoeding is belangrijk. Het maakt een kind weerbaar en zorgt ervoor dat een kind opgroeit tot een seksueel gezonde volwassene. Maar het is ook ingewikkeld. Opvoeders beginnen meestal te laat, pas in de tienertijd, terwijl het kind rond acht jaar al weet dat er een taboe ligt op praten over seks en seksualiteit en minder openstaat voor het gesprek met de opvoeder. Ik focus mij op twee stappen: 1) bewustwording bij de opvoeder van het belang van seksuele opvoeding op jonge leeftijd en 2) passende hulp.
Een open thuisklimaat voor praten over seks en seksualiteit is belangrijk voor de weerbaarheid en later voor de seksuele gezondheid van een kind. Maar er is een discrepantie tussen wanneer opvoeders en kinderen open staan voor dit gesprek. Opvoeders praten liever niet met hun kinderen over seks en seksualiteit voor twaalf jaar. En de meeste kinderen leren tussen zes en acht jaar dat praten over seks en seksualiteit taboe is. Daarbij hebben ze al geleerd welke volwassenen wel benaderbaar zijn en beginnen ze schaamte te ontwikkelen voor hun blote lichaam. Dat maakt dat als de opvoeder er klaar voor is, het kind het niet meer met de opvoeder wil bespreken.
Opvoeders zien zaken vaak als seksueel, terwijl het kind die connotatie (nog) niet heeft. Ze reageren dan anders en leggen vaak niet uit waarom. Dit kan verwarring veroorzaken bij het kind. Een onderdeel hiervan is het niet correct benoemen van de geslachtsdelen, met woorden zoals plassertje of voorbibs. Seksuologe Judith Kreijne vergelijkt dit met luisterflapjes en ruiktoeter zeggen, in plaats van oren en neus. Als we de rest van het lichaam wel normaal benoemen, waarom dan niet de piemel en vulva. Dit is niet alleen goed voor het normaliseren van het gesprek, maar maakt het kind ook weerbaarder, omdat die beter kan aangeven als die iets niet wil.
Opvoeders zijn moeilijk te bereiken. Ze hebben bij opvoedingsonderwerpen vaak het gevoel dat andere opvoeders en de rest van de maatschappij oordelen over hun opvoedingsstijl. Bij het gevoelige onderwerp seksualiteit speelt dat nog sterker. Daarom hebben opvoeders de neiging het gesprek met andere opvoeders en deskundigen uit de weg te gaan. En als men wel meer wil weten, hebben ze behoefte aan ervaringen en praktische voorbeelden, opvoeders willen niet zelf worden opgevoed, niet terug naar school, maar wijzer worden in de praktijk. Er zijn daarin twee stappen te zetten: opvoeders moeten beseffen dat er iets te leren is (van onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam) en dan moet die informatie op een toegankelijke manier worden aangereikt (van bewust onbekwaam naar bekwaam). Voor die eerste stap ben ik samen met Rutgers bezig om een website te ontwikkelen die kan worden aangeboden ten tijde van ‘De Week van Lentekriebels’.
Bijna iedereen herkent de knusse sfeer van voorlezen in de avond, het duiken in een wereld die heel herkenbaar of heel bizar kan zijn, en die aanleiding geeft tot samen verder nadenken over de voorgestelde wereld. Het kinderboek is gericht op het kind, maar de opvoeder geniet vaak ook van de niet te complexe wereld van het kinderboek. Deze ‘bocht-constructie’, de opvoeder kijkt en leest mee met het kind, is heel bruikbaar omdat de opvoeder niet graag als ondeskundige wordt aangesproken, maar wel wil mee-ontdekken met het kind. Ik ben samen met kunstenaar Ionika Aalders een kinderboek aan het ontwikkelen waar de ouder kan mee leren van de waardevrije manier waarop kinderen naar seks en seksualiteit kijken.
Naast mijn projecten voor opvoeders is dit een project voor het aanzwengelen van het gesprek in de bredere samenleving. Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik dat het stellen van vragen over seks al snel wordt opgevat als provocatief. Het ongemak blijkt een drempel op te werpen. Ik kwam er achter dat de clitoris als vorm erg geschikt is voor het omzeilen van deze drempel. Ten eerste omdat het een vrij onbekende vorm is. En ten tweede is de clitoris voor het seksleven van veel mensen relevant én weten de meeste mensen er weinig van. Daardoor kan de clitoris eerst als vorm interesse opwekken, en komt de inhoudelijke relevantie vanzelf mee. Dus ben ik begonnen met het ontwerpen van clitorissen in allerlei soorten en materialen.

Artist statement

Ik focus mijn projecten op hulp bij seksuele opvoeding. Daarin probeer ik bewustwording te creëren bij opvoeders en ze te helpen als het besef er is dat seksuele opvoeding belangrijk en ingewikkeld is.

Ambities

Over vijf jaar wil ik mijn kinderboek op de markt hebben, een lopende clitorisshirt webshop en mijn website 'hulpbijkriebels.nl' kunnen aanbieden via de school tijdens de week van Lentekriebels.

Geleerd tijdens de studie

Hoe je gericht stappen zet en mensen betrekt.

Hulp bij Seksuele Opvoeding

Dit onderzoek bestaat uit een probleem en context analyse van seksuele opvoeding in Nederland. De manieren waarop dat verbeterd kan worden en de oplossingen waar ik uiteindelijk mee aan de slag ben gegaan.